Binnen de langdurige zorg wordt zorgdomotica al jaren volop toegepast. Hoewel zorginstellingen graag data willen gebruiken om processen te optimaliseren, is de realiteit dat de branche nog de nodige stappen te zetten heeft. De derde fase, waar we ons nu in bevinden, draait vooral om slimme apparaten zoals sensoren en camera’s. De opmars van sensoren in de langdurige zorg is zo’n vijf jaar geleden begonnen.
Verschenen op ICT&health
Wanneer we een domotica-generatiemodel gebruiken om te bepalen waar we momenteel staan in de ontwikkeling van zorgdomotica, dan bevinden we ons voorzichtig met één voet in de vierde generatie. Maar om écht datagedreven te werken is meer nodig dan technologische innovaties en nieuwe producten. We moeten van een systeem vol losse oplossingen naar een ecosysteem bewegen. En dat vraagt om samenwerking.
Bij zorgdomotica draait het om het ondersteunen en automatiseren van het zorgproces, met als doel een efficiëntere en betere zorg. De eerste generatie zorgdomotica oplossingen waren volledig op zichzelf staande oplossingen. Denk hierbij aan een traditioneel verpleegoproepsysteem. De cliënt drukt op een knop en de verpleegkundige ontvangt een melding op zijn of haar handset. Bij de tweede generatie zorgdomotica toepassingen veranderde er in eerste instantie functioneel weinig. Door de koppeling met het IP-netwerk ontstonden er wel nieuwe mogelijkheden. Een goed voorbeeld is het slimmer en selectiever oproepen van verpleegkundigen. Wanneer het verpleegoproepsysteem samen met het communicatiesysteem de mogelijkheid biedt om bij een oproep te bepalen wie daadwerkelijk kan helpen, wordt de zorg voor de cliënt veiliger en het werk van de verpleegkundige plezieriger. Dit type systemen draait inmiddels alweer zo’n tien jaar mee in de praktijk.
De derde fase, waar we ons nu in bevinden, draait vooral om slimme apparaten zoals sensoren en camera’s. De opmars van sensoren in de langdurige zorg is zo’n vijf jaar geleden begonnen. Denk hierbij aan sensoren en systemen die in de gaten houden hoe vaak een cliënt ’s nachts zijn bed verlaat of toepassingen die hen meer vrijheid op de afdeling bieden, maar dwalen en andere onveilige situaties juist voorkomen. Het gebruik van deze slimme technologie verhoogt niet alleen de efficiëntie, maar kan ook veel nieuwe data opleveren die inzicht geven in het leefritme van de cliënt en het zorgproces zelf.
Er is in deze derde generatie zeker een start gemaakt met datagedreven werken, maar wat er nog ontbreekt is een overkoepelend platform dat alle relevante data samenbrengt en omzet in bruikbare informatie. De meeste zorgdomotica-oplossingen zijn namelijk op zichzelf staande systemen. Gegevens over de behandeling en medicatie worden bijgehouden in het cliëntsysteem, andere relevante medische informatie zoals de bloeddruk, hartslag of ademhalingsfrequentie wordt weer in ander systeem bijgehouden. Data-uitwisseling tussen dit soort systemen is vanuit technisch perspectief én privacy voorschriften lastig.
De uitdaging is niet de beschikbaarheid van data, maar vooral de mogelijkheid om uit verschillende systemen relevante data te combineren. Wanneer een bewoner normaliter een keer per nacht uit bed komt, en nu drie keer, en zijn medicatie blijkt recent te zijn aangepast, dan moet dit tijdig gesignaleerd worden. Nu is het vooral de oplettende verpleegkundige die zelf deze gegevens met elkaar in verband brengt.
In de volgende fases gaan we zien dat kunstmatige intelligentie vaker in combinatie met zorgdomotica wordt ingezet om dit soort patronen te ontdekken en als slimme algoritmes toe te passen in de software. De zorg voor de cliënt wordt hiermee ook steeds persoonlijker doordat er beter gekeken wordt naar de individuele omstandigheden en de zorg die nodig is. De stap naar meer integratie kan alleen gezet worden als alle leveranciers van zorgdomotica verder gaan kijken dan hun eigen domein en gezamenlijk een ecosysteem gaan vormen op basis van open standaarden. Hiermee wordt data-uitwisseling tussen verschillende systemen mogelijk.
Het is een utopie te denken dat in de nabije toekomst alle zorgsystemen met elkaar verbonden zijn. Dat is niet alleen onhaalbaar, maar in verband met privacy van de cliënten ook onwenselijk. We moeten zorgvuldig met data van cliënten omgaan en het is goed dat hier strikte regels aan verbonden zijn. Het gaat er vooral om dat de juiste gegevens met een gericht doel worden verzameld en geanalyseerd. En dit moet vooraf te verantwoorden zijn en altijd met instemming gebeuren. Welke data gebruikt wordt en uit welke systemen deze data wordt gehaald is afhankelijk van het doel, de aanwezige zorgdomotica-oplossingen en dit kan dus per zorginstelling verschillen.
Het concept dat mogelijk gaat helpen om deze integratie wel mogelijk te maken is vergelijkbaar met hoe Business Intelligence-systemen werken. Hierbij wordt een softwarelaag als een paraplu boven de individuele systemen geplaatst die vervolgens de benodigde data uit deze systemen opvraagt en combineert. Intelligente software zet deze data vervolgens om naar betekenisvolle informatie, die de daadwerkelijke analyse mogelijk maken. Leveranciers van zorgdomotica moeten dit uiteraard dan wel mogelijk maken binnen hun oplossingen. Het optimaliseren en uitbreiden van een eigen zorgdomotica-oplossing is relatief eenvoudig, het is een stuk complexer om data op een verantwoorde manier toegankelijk te maken voor andere platformen. Gelukkig groeit het besef dat we het echt gezamenlijk moeten doen. Het ecosysteem voor datagedreven zorg komt hiermee steeds dichterbij. Dat de zorg steeds meer datagedreven wordt is goed, maar dat de zorg hiermee steeds persoonlijker wordt is nog veel belangrijker.